
Na de kroningsceremonie had Isolde nog een open punt met Ariël. Ze wilde immers het fijne weten over de witte reuzen.

Ariël vertelde Isolde dat zij alle poorten had laten bewaken na de verschijning van de witte reuzen. Enkele dagen later echter begonnen die allemaal spontaan uit elkaar te vallen.

Gelukkig hadden ze nog het hoofd van één van de mechanische mannen van de reuzen, dat was achtergebleven na het treffen met de verkenners van Eryndor.

Het hoofd leek nog te kunnen praten, zelfs al was het gescheiden van zijn lichaam. En het vertelde blijkbaar met alle plezier de geschiedenis van de Meermannen, zoals ze zichzelf ogenschijnlijk noemden.

Oorspronkelijk waren de reuzen zeeschepsels. Een absurde kruising tussen Elfen en één of ander zeemonster. De variëteit onder de soort was groot, net zoals bij andere dieren die onder water leven. Wat ze gemeenschappelijk hadden was dat hun oren fungeerden als kieuwen en ze allen scherpe tanden hadden, en erg gespierd waren.

Maar er waren ook veel verschillen. Hun gezichten leken in sommige gevallen nog de trekken van de Elfen te hebben, maar anderen zagen er echt als monsters uit.

Anderen hadden dan weer een staart of vinnen in de plaats van voeten. De krijgers onder de mannen, want deze soort bestond enkel uit mannen, hanteerden allen een drietand als wapen.

Hoe groot de verschillen ook waren, zij beschouwden zichzelf als één soort, en werden geleid door drie broeders, beter gekend als de Trident (drietand).