
Het was nooit de bedoeling dat de kleine patrouille die onderweg was naar de Vurige Landen om de koninklijke dochters gevangen te nemen tijdens hun doortocht in de bergen op vijandigheden zouden stoten.

De Elfen en hun paarden schrokken zich te pletter en stoven uit mekaar toen een naakte witte reus voor hen opdaagde.

De reus was gigantisch en sterker dan wat de Elfen ooit gezien hadden.

Ze waren van in den beginne dan ook geen partij voor wat uitmuntende krijgers bleken te zijn.

In geen tijd lag het kleine slagveld bezaaid met dode paarden en ronddolende, waanzinnige ridders.

Slechts één was nog genoeg bij zinnen om rechtsomkeer te maken en terug naar het woud te vluchten om te rapporteren wat er net gebeurd was.

Achter hem verzamelden de witte reuzen zich met het doel de bergen te verlaten om beschavingen te verkennen om te veroveren.

Wat de ridder die terugkeerde naar het bos niet opgemerkt had, was dat een van de reuzen gewond was geraakt en dat er onder zijn huid een biomechanisch skelet zat. Degenen die het wel hadden gezien, waren ondertussen dood.