
"Maar waarom zou je mij dit geschenk geven? En wat kan ik er in godsnaam mee doen, behalve dan als statussymbool?"

"Deze griffioen is in staat om zijn kracht door te geven aan de persoon met wie hij zich bindt. Beeld je in wat je daarmee kan doen."

"En daarbovenop, kan hij je ook de gave schenken om te vliegen, zonder hulpmiddelen. Dat moet je toch iets waard zijn?"

"Precies. Dat is mijn voornaamste vraag: wat wil je hier voor van mij?" Koningin Jade kon een glimlach niet verbergen: "Kom even met me mee, ik wil je een kleine rondleiding geven."

Beide koninginnen daalden af naar de kelders waar de beestmensen met mekaar aan het worstelen waren. "Dit zijn onze mannen. Ze zien er allemaal eender uit." "Eeuwen geleden zagen ze er uit als jouw mannen, maar op een bepaald moment is de degeneratie begonnen."

"Het enige wat ze goed kunnen is vechten." Koningin Jade riep één van de mannen bij haar:

"b’aanuhomaq jo’ naq ink’a’ neketaw ru ut nekex’ok chi q’unb’esiik inch’ool." De man keek Jade onbegrijpend aan en gromde naar haar, waarop ze hem terug naar de anderen stuurde.

"We zijn bevreesd voor wat er met ons als volk zal gebeuren. We gaan nu naar de vrouwenverblijven."

"Zie je mijn probleem? De vrouwen hier willen niet naar bed met de mannen beneden, de "beestmensen" zoals jullie ze noemen. En als de mannen dan toch eens een vrouw weten te schaken, is het resultaat opnieuw een beestmens, als het een jongen is."

"Ik begrijp het nog niet." "Of je wil het niet begrijpen." "Mijn vraag aan jou is of vijftig tot honderd van jou Elfenmannen hier een gezin willen stichten." "Geheel vrijwillig, geen dwang."

"Beeld je in, je hebt onze mannen gezien, jouw mannen zullen hier aanbeden worden."

"En ze zullen leven als prinsen. Iets wat jij hen in je huidige situatie, met je nederzetting in het woud, niet kan bieden." "Ik vraag ook niet dat je ze dwingt. Stel gewoon de vraag en laat ze vrij kiezen."