
Ariël weet dat dit problemen betekent. Gedurende millennia bestaat er al een vete tussen Gorgons en Engelen, en hun aanwezigheid en gedrag voorspelt niet veel goeds. Waarop Ariël opnieuw op pad gaat.

Bij hun terugkomst in de kerker van hun kasteel in aanbouw beginnen de Gorgons onmiddellijk plannen uit te werken hoe ze met de Engelen moeten omgaan en hoe ze de mensen hierbij gaan betrekken.

Na de vergadering beslist Agrippa om de Engelen te provoceren, zodat hij kan zien hoe ver ze bereid zijn om te gaan, en hoe sterk ze zijn. Hij lokt een éénhoorn in de val en snijdt hem de keel over. Het gegil en de geur van bloed zal zonder twijfel de aandacht van één van hun draken en de bijhorende Engel trekken.

Het is de draak van Agrippa die het eerst iets raar ruikt wanneer ze over het woud vliegen en Ariël beslist om te landen. Daar vinden ze de dode éénhoorn in een plas van zijn eigen bloed.

Bij haar terugkeer in de citadel stormt Ariël als een razende door de gangen met het bloedige hoofd van de éénhoorn in haar handen. Haar zusters kunnen haar amper volgen.

Ariël gooit het hoofd op de tafel van de troonzaal en een dierlijke schreeuw vult de citadel. Al krijsend roept ze: "Wreedheid heeft ons andermaal ingehaald!"

Een spoedoverleg wordt belegd. Sommigen willen onmiddellijk ageren met een massale aanval van de draken, maar Ariël stelt voor om de draken naar de Hemelenpoort te nemen en daar af te wachten hoe de Gorgons zullen reageren.

Wanneer Ariël voor de Hemelenpoort arriveert, loopt een kille rilling over haar ruggengraat wanneer ze ziet dat deze is opgebouwd uit beenderen en schedels van allerlei dode wezens.

Tenslotte geeft ze de opdracht aan de draken om rond het kasteel te cirkelen, in steeds kleinere cirkels. Maar er volgt geen reactie. En er blijft niets over dan terug te keren naar de citadel.