
Eénmaal terug thuis zoekt Malika nog wat info op over draken. Nergens wordt iets vermeld over witte draken.

Maar ze kan het idee niet loslaten. Zelfs wanneer ze probeert te mediteren, blijft het beeld in haar hoofd rondspoken.

Ze zoekt verstrooiing en luistert naar alle mediakanalen op het web.

Klassieke muziek, repetitieve jazz, boeddhistische mantras, zeegeluiden....niets kan de obsessieve gedachten aan de witte draak verjagen.

Ze probeert om andere draken te visualiseren.

En aan verhalen te denken over de band tussen Engelen en draken.

Maar zelfs die draken keren zich tegen haar.

De lange nacht zonder rust begint aan haar weerstand te knagen en vermoeidheid overmeestert haar.

Uiteindelijk slaapt ze in, zonder de kleine blauw-witte draak op haar bed op te merken. Of is dit slechts een droom.

De slaap waarin ze zich bevindt, breng weinig rust.

Draken met rode ogen blijven haar volgen en haar dingen verwijten die ze niet gedaan heeft.

En elke nacht herhaalt het ritueel zich.

Ze wordt er zowaar wanhopig van.

Tot ze opnieuw aan de slaap toegeeft. En haar geest opent voor de witte draak, ook al is die op jacht naar haar.

Om uiteindelijk in haar diepste slaap voor de eerste keer in nachten contact te hebben. Twee witte dagen fluisteren haar naam...Malika....Malika.

Wanneer ze schreeuwend wakker wordt, is ze volledig gedesorienteerd. Ze kijkt om zich heen en ziet twee abstracte figuren op haar scherm. Het lijken echt wel kopijen van de draken in haar dromen.