
"Met wie spreek ik? Hoe kan ik helpen?"

"Hey, ik ben het...Medusa. Wij moeten eens praten. Dringend. En niet over de telefoon. Kunnen we afspreken in de blokhut?" "OK, dan zie ik je daar binnen een uur."

Ongeveer een uur later: "Ik ben aangekomen bij de blokhut. Ik wacht buiten wel op de bank."

"Ik moet enkel mijn wagen nog even goed zetten. Je zou me al moeten kunnen zien."

"Hey, nichtje"

Het is lang geleden dat beide vrouwen mekaar nog face-to-face gezien hebben, en het is een warm wederzien. Medusa vertelt wat haaar probleem is. Hoe één van haar Slangen vermoord werd en zij zelf het slachtoffer van een cyberaanval is. En dat ze er geen systeem in ziet. Dus ze heeft iemand nodig met een heldere visie. En kennis van IT.

Na geluisterd te hebben, zegt Bambi dat ze mogelijk een oplossing heeft. Iemand die voor haar gewerkt heeft, met een laag profiel, maar erg intelligent en onderlegd. Zij zal kijken of hij bereid is om hier aan mee te werken en laat zo snel mogelijk iets weten.

De persoon waarover Bambi het heeft is Max, natuurlijk. Ook al is hij uit de gratie gevallen, ze weet wat ze aan hem heeft. Maar Max zit weer gevangen in één van zijn dronken dromen.

Over zijn verloren gezin. Zijn vrouw en dochter. En hoe hij ze kwijt geraakt is.