
Het was volle maan toen drie van Asterion zijn lijfwachten op een geheime missie vertrokken. Zij zouden zich in het struikgewas verstoppen tot hun prooi voorbij kwam.

In het woud reed nog steeds een koning op zoek naar een everzwijn om te doden.

En toen was daar het moment dat drie minotaurs uit het struikgewas sprongen en onmiddellijk één van de ruiters doodsloegen. Een andere ruiter reed op bevel van de koning naar het koninklijk kasteel met een bericht voor de prinsen.

De ruiter die het bos was ingedoken, hoorde in de verte nog de geluiden van het gevecht. Geluid reist ver in het donker.

Het was een ongelijke strijd, waarin de ruiters vertrouwden op hun strijdkunsten, en de minotaurs op hun brute kracht.

Toen de strijd gestreden was, meldden de twee overgebleven minotaurs zich bij hun koning, met de drie hoofden van de ruiters die ze gedood hadden.

Asterion had woest gereageerd toen hij vernam dat een ruiter ontsnapt was, en liet de twee minotaurs in de hondenput gooien.

Met een ongemakkelijk gevoel bracht Asterion Astaroth het slechte nieuws. Die minimaliseerde het probleem. Hij zou dit wel even rechtzetten.