
Aan de andere kant van het woud verzamelde Eryndor zijn troepen om de valse troonpretendent zoals hij die noemde van de aarde te vegen.

Hele legioenen van vooral adellijke huizen dienden zich aan met hun banieren.

Het merendeel ridders van het mannelijke geslacht. Die unaniem trouw zwoeren aan Eryndor als de nieuwe koning der Elfen.

Van het voetvolk waren de meesten lager geboren Elfen. Elfen die hun wapenuitrusting overgeërfd hadden van hun voorouders...

De zwaar gepantserde infanterie waren krijgers die zich in het verleden bewezen hadden, en hun wapenuitrusting als beloning ontvingen van de hoger geborenen.

Daarnaast tekenden ook de duistere Elfen present. Elfen die meestal in de schaduwen opereerden en die een slechte reputatie hadden omdat ze zich met magie bezig hielden.

Tenslotte was er nog een divisie verkenners die door Eryndor naar de Vurige Landen werden gestuurd, om de koninklijke dochters, waaronder zijn voormalige zwangere verloofde, Faelwyn, gevangen te nemen.