Tijdens een standaard verkenningsrit van een kleine patrouille door de mensen van de Vurige Landen, ontdekten ze het slagveld waar het treffen tussen de Gorgons en de patrouille van de Elfen plaatshad.
In eerste instantie merkten ze enkel de dode paarden op, en beslisten ze om twee van hen terug te sturen en Ariël op de hoogte brengen.
De andere twee hun aandacht werd tijdens hun rondgang getrokken door een gekerm ergens achter een middelhoge rots. Daar lang een zwaargewonde Elf.
Hij kon hen niet zien en prevelde onsamenhangende woorden: "Pas op voor de witte reuzen...overvallen....iedereen dood." En toen zakte hij onderuit en blies zijn laatste adem uit.
Toen Ariël arriveerde met haar ganse leger, was het ongeloof voor wat ze zagen groot.
Ariël ondervroeg de beide leden van de patrouille die achtergebleven waren, en in haar ogen stond grote verbijstering te lezen.
Op haar bevel steeg iedereen terug op: "We zijn hier weg. We moeten overleggen hoe we ons op dit kwaad gaan voorbereiden."