Het voorstel kreeg ieders goedkeuring en er werd een bericht gestuurd naar Isolde. Twee dagen later was Thylaris, de Schaduwschrijder, op weg naar de tempel.
Op zijn rug had hij Varno Elendili, het zwaard van Isolde, wiens naam Beschermer van de Elfen betekende. Toen Thylaris de tempel naderde, trok hij uit voorzorg het zwaard.
Eénmaal hij zich kenbaar gemaakt had, kwamen een aantal Elfen hem tegemoet. Thylaris verklaarde dat Isolde zelf niet kon komen, maar dat ze hem opgedragen had om met haar zwaard toegang te verkrijgen tot de tempel.
De schuchtere Elfen hadden gelijk. Zodra Thylaris het koninklijk zwaard voor de deur hield, ging deze open.
Thylaris liet het zwaard achter en daalde af naar wat een kelder leek. Hij werd gevolgd door andere Elfen, maar hij stuurde hen terug en vroeg hen om te wachten.
Het was blijkbaar een goed idee om alleen te komen, zonder wapens want in de tempel lagen hier en daar stille getuigen van vroegere bezoekers die met geweld toegang tot de geheimen van de tempel wilden verkrijgen.
Thylaris volgde het licht naar een hogere verdieping.
Tot hij bij een kamer kwam die zijn verbeelding tartte.
Een eeuwenoude boom stond te baden in het licht, en op de stam waren allerlei lichtgevende tekens merkbaar.
Dit was iets wat zijn verstand te boven ging. Maar dat deze ontdekking belangrijk kon zijn voor de Elfen stond als een paal boven water. Hier moest de Raad der Elfen zich gegarandeerd over buigen.