Malika stopt: "Wie ben jij? En hoe komt het dat jij mijn naam kent?" "Waarom stap je niet in het licht, zodat ik je kan zien."
Malika hoort een oude man kreunend en steunend achter haar rug te voorschijn komen. "Rustig maar, rustig. Draai je om, ik ben niet zo lenig meer als vroeger, hihihi..." "En de kans is groot dat je me bij mijn oude naam kent....Agrippa."
Alleen al de klank van die lang gehate naam doet Malika bevriezen. "Jij was de grote slavendrijver. Van de Engelen. En jij vernielde hun citadel en al hun draken."
Terwijl de oude man is gaan zitten, bevestigt hij wat Malika zegt: "Dat klopt. Dat heb ik gedaan. Maar het waren toen andere tijden. En ik was een andere man toen. Er is echter zoveel gebeurd sindsdien." Waarop de man Malika uitnodigt om ook te gaan zitten.
Malika zet zich neer: "Wat bedoel je? Moeten we alle wreedheden van jou dan maar vergeten, gewoon omdat je nu een oude, zielige man bent?"
"Je hebt tientallen Engelen vermoord, verminkt en gemarteld. Je hebt zelfs mijn ouders vermoord."
"Nee, dat is niet waar....Ik had het toen al niet meer voor het zeggen."
"Hoezo?"
"Dat vertel ik je als je nu met me meekomt." Voor Malika ook maar iets kan zeggen, blaast de oude man op een hoorn.
Een gigantische rode draak moet vlakbij geweest zijn, want Malika heeft hem niet horen naderen. Hij steekt zijn kop door de ingang van de kleine tempel.
Aangezien Malika nog nooit een levende draak van dichtbij gezien heeft loopt ze via een andere uitgang weg uit de tempel.
De oude man zit hardop te lachen: "Kom maar terug, hij doet je niets." "Dit is mijn vriend Lucifer, en de enige reden waarom dit moment bestaat is omdat hij en jij mekaar moeten leren kennen."
Malika is echter nog niet overtuigd, van geen van hen beiden. Moet ze een beruchte oorlogscrimineel volgen, en een agressieve rode draak die Lucifer heet? Is dit dan haar lot? En dan herinnert ze zich het boek uit de bibliotheek.
En dus keert ze terug op haar stappen.
"Hou nu op met onnozel te doen en volg mij." De oude man pakt zijn krukken op, trekt zichzelf recht en giechelt wanneer hij Malika's lang gezicht ziet.
Malika twijfelt nog....
...maar dan steekt de draak al grommend zijn kop door de ingang en loopt Malika achter de oude man aan, wiens naam ze niet wil uitspreken. (KLIK OP DE FOTO VOOR DE GEANIMEERDE VERSIE)