
Maar voor ze konden rusten, moesten ze nog door de steppe met zijn steppenwind...

...de hitte van zijn vurige zon....

...en de bittere kou van de eenzame nachten.

Na een tijd waren er heuvels die bergen werden en hen omringden...

De wegen stegen en de sneeuw werd dikker, de temperaturen zakten. Ledematen bevroren en al snel verlangde iedereen terug naar de steppe.

Maar er was geen weg terug. Dat wisten ze. Want zij waren de bannelingen.

Gelukkig begonnen, na dagen stappen door de ijzige koude van de bergen, de paden te dalen.

Maar ook dat zorgde niet voor verlossing. Het landschap veranderde in ijsvelden en bevroren meren...waarbij voortdurend moest uitgekeken worden voor barsten en vochtige plekken onder de sneeuw.

Uiteindelijk maakte het ijs plaats voor de vurige landen. En ze wisten dat hun ontberingen nu snel zouden eindigen.

Of op zijn minst het zwerven.

Dan, plots, op een morgen, bleek de laatste berg bedwongen te zijn. De ontberingen waren voorbij.

Wat bevestigd werd door Vaelorin die de bevrijdende woorden sprak: "Het stopt hier. Hier zullen we onze nieuwe thuis bouwen."