
Bij zijn thuiskomst neemt Mac eerst een douche en trekt hij andere kleren aan. Hij roept vervolgens zijn collega ingenieurs tot zich, waaronder ook Zena, en vertelt wat hij gezien heeft. Iedereen is geschokt en gedegouteerd. Maar niemand heeft een idee wat men er aan kan doen.

Vervolgens steekt Mac zich in meer traditionele kledij en zoekt de gelovigen van de gemeenschap op. Zodra hij over de Gorgons begint te praten (die door zijn publiek als Goden worden aanzien) beginnen zijn toehoorders onder mekaar te mompelen.

Het ongeloof is groot en de mensen in dit publiek noemen Mac een leugenaar en vragen hem om de zaal te verlaten.

Buiten wordt hij uitgejouwd en geduwd en volgt de meute hem woedend.

Maar dan wordt alles stil en Zoroaster baant zich een weg door de menigte.

Hij schenkt geen aandacht aan de massa en stapt kordaat op Mac af en omhelst hem. "Je hebt ze nu echt wel kwaad gekregen, niet....mijn zoon."

En dan spreekt Zoroaster de massa toe: "Het doet me verdriet als ik hoor dat jullie Mac een leugenaar noemen. Iedereen hier weet wat hij gedaan heeft voor het vredesproces. Jullie weten zeer goed dat Mac over serieuze zaken niet zou liegen. Maar om jullie gerust te stellen zullen Mac and ikzelf naar de Goden gaan en hen confronteren met wat Mac gezien heeft.

De massa sputtert nog wat tegen maar gaat uiteindelijk akkoord en Zoroaster maakt zich op om de lange reis naar de Goden voor te bereiden.